Periode 6 – 12 jaar

Navigeer direct naar

Periode 6 - 12 jaar

In deze periode staat de gebitsverzorging en -ontwikkeling centraal. Heeft je kind een kaakspleet, dan zal hij waarschijnlijk in deze fase worden geopereerd. Als je kind op de basisschool zit kan extra logopedie nog nodig zijn. Je kind gaat meer om met anderen en wordt zich meer bewust van zijn schisis.

Hieronder lees je over de belangrijke thema’s in deze leeftijdsfase.

Gebitsontwikkeling

Behandeling Orthodontist

Een orthodontische behandeling van het melkgebit heeft nauwelijks invloed op het blijvende gebit. Het eerste bezoek aan de orthodontist van het schisisteam is dan ook meestal rond het zesde levensjaar, als de eerste tanden gaan wisselen.

De orthodontist houdt zich bezig met de stand van het gebit en de groei van de kaken. Hij maakt daarvoor röntgenfoto’s van gebit en kaak en daarnaast afdrukken of een scan van het gebit. Op de röntgenfoto’s kan de orthodontist zien welke tanden en kiezen zijn aangelegd. Hij maakt samen met de mond- kaak- en aangezichtschirurg (MKA-chirurg, vroeger: kaakchirurg) een inschatting wanneer de kaaksluiting zal plaatsvinden.

Beugel

Ter voorbereiding van de kaaksluitingsoperatie plaatst de orthodontist vaak een beugel in de bovenkaak. Dat is meestal een vaste beugel (blokjesbeugel: een beugel met slotjes). Dit is nodig om de bovenkaak te verbreden en een goede vorm te geven.

Verdere behandeling door de orthodontist gebeurt meestal wanneer het blijvende gebit bijna geheel is doorgebroken. Dat is rond het twaalfde levensjaar van je kind. De orthodontist richt zich dan op het rechtzetten van het gebit met behulp van een beugel. Dat kunnen verschillende soorten beugels zijn.

De behandelwijze door de orthodontist hangt af van de ontwikkeling van de kaak en de tanden van je kind.

Behandeling kaakspleet

Heeft je kind een kaakspleet, dan zal hij waarschijnlijk worden geopereerd, als hij/zij in groep 6, 7 of 8 zit.

Sluiting kaakspleet

De mond- kaak- en aangezichtschirurg (MKA-chirurg, voorheen kaakchirurg) sluit de kaakspleet. Dat gebeurt kort voor de doorbraak van de blijvende hoektand in de spleet. Deze tand groeit net achter de kaakspleet. Als hij groot genoeg is en in de spleet doorbreekt, heeft hij geen houvast, waardoor hij verloren zou gaan. Bovendien zorgt de kaaksluiting voor een stevige kaak en dat maakt een orthodontische behandeling beter mogelijk.

Door het maken van röntgenfoto’s kan de arts zien wanneer het zo ver is. Dat is meestal tussen het negende en twaalfde jaar. In de meeste gevallen is het nodig om voorafgaand aan de operatie de kaak te verbreden. De orthodontist doet dat met behulp van een vaste (slotjes-)beugel. Een beugel kan ook nodig zijn om tanden vooraf in een betere positie te brengen.

Eigen bot

De MKA-chirurg gebruikt bot uit het lichaam . Dat kan bot uit de kin, of uit het bekken zijn. Dit is onder meer afhankelijk van de hoeveelheid bot die nodig is voor de operatie.

De MKA-chirurg opereert volledig vanuit de mond, zodat er geen littekens aan de buitenkant van het gezicht van je kind te zien zijn. De nog bestaande opening tussen neus en mond wordt tijdens de operatie ook dichtgemaakt met slijmvlies uit de kaakspleet.

De duur van de operatie varieert van één tot drie uur, afhankelijk van de schisis. Voor een dubbele kaakspleet kunnen soms twee operaties nodig zijn.

Kunstbot

In sommige ziekenhuizen in Nederland wordt bij kinderen met een enkelzijdige schisis de kaakspleet met succes gesloten met een botvervanger, ook wel kunstbot genoemd. Deze botvervanger is synthetisch van oorsprong, waarbij na aanbrengen in de kaakspleet het lichaam de botvervanger verandert in lichaamseigen bot.

Op dit moment loopt een grote studie in 4 universitaire ziekenhuizen (UMC Utrecht, UMC Groningen, Radboud UMC en Amsterdam UMC) om te bezien of deze methode net zo goed werkt als het gebruik van lichaamseigen bot uit de kin.

Animatievideo

Het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL), onderdeel van Schisisteam Noord, maakte op initiatief van Sara Nijman een animatievideo over de kaaksluiting. Na de ingrijpende operatie ging Sara met haar schisisteam hierover in gesprek. Daaruit is deze prachtige video ontstaan. Het MCL maakt voor het sluiten van de kaak gebruik van heupbot.  

Basisschool

De meeste kinderen met een schisis gaan naar een reguliere basisschool. Stel de leerkrachten van de school op de hoogte van zijn of haar schisis en wat het inhoudt. Vraag ze eventueel te letten op spraak, gehoor, emotionele en sociale ontwikkeling.

Er zijn schisisteams die een speciale folder hebben voor school. Die kun je aan de leerkracht geven.

Het kan helpen als je kind zelf antwoord kan geven op vragen over zijn of haar schisis, zoals; “wat heb jij” of “waarom praat jij zo”.  Je kind kan ook een spreekbeurt houden over schisis.

Spreekbeurt over schisis

Andere kinderen weten meestal niet wat het betekent om een schisis te hebben. Hieronder vind je meer informatie als je een spreekbeurt wilt geven:

Robin, de pop met een schisis

Robin
Robin

Hoe leg je andere kinderen nou uit wat een schisis is? Met de pop Robin van Schisis Nederland wordt dat een stuk makkelijker! Zij heeft namelijk ook een schisis. Je kunt Robin meenemen naar school als je iets over schisis gaat vertellen. Ga voor meer informatie naar www.robin.schisisnederland.nl.

Filmpjes over schisis

Zelfbeeld en zelfvertrouwen

Tijdens deze periode ontwikkelt je kind verder zijn zelfbeeld. Het identificeert zich met andere kinderen.

Vriendschappen, sport en hobby’s worden belangrijk. In de contacten met anderen kan hij/zij zich meer bewust worden van zijn schisis en ervaren dat andere kinderen alles raar vinden wat anders is. Het kan je kind helpen als hij/zij vertelt over zijn schisis.

Ondersteuning

Op deze leeftijd van je kind ervaar je als ouder ook vaker dat het onderwerp schisis op een andere manier een rol gaat spelen in je gezin. Moet je er wel iets over zeggen, of juist niet en zo ja, wat en hoe dan? Met je kind praten over wat er aan de hand is (geweest), maar ook over hoe hij/zij hierover wil communiceren, laat zien dat hij/zij een keuze heeft in hoe hij/zij met dit onderwerp omgaat. Een spreekbeurt kan een hulpmiddel zijn om te leren zich beter weren tegen kinderen die aandacht geven aan zijn anders zijn. Robin kan je helpen met de spreekbeurt! (kijk hierboven op de pagina).

Als je kind het moeilijk vindt om met anderen te praten of in zijn groep over zijn schisis te vertellen, bijvoorbeeld omdat zijn spraak anders klinkt, is het goed om hem/haar hierin te (laten) ondersteunen. Je kunt het ter sprake brengen bij zijn leerkracht, logopediste en/of de maatschappelijk werker/psycholoog van het schisisteam.

Weerbaarheid

Als een lipspleet hebt, zie je er iets anders uit. En met een kaak- en/of gehemeltespleet, klinkt je stem anders dan bij andere kinderen. In enkele gevallen heb je gehoorapparatuur, dat valt ook op. Onbekend maakt onbemind. Een ander uiterlijk of een andere spraak kan aanleiding geven tot pesten. Wanneer je kind zich niet goed kan verweren, zal de kans groter zijn dat het pesten doorgaat of erger wordt.

Signalen

Pesten kan leiden tot minder presteren, slecht slapen, teruggetrokkenheid of onaangepast gedrag. Het is voor ouders en leerkrachten heel belangrijk om dit soort signalen van pesten bij kinderen te herkennen.

Stevige houding

Aandacht voor de houding van je kind is belangrijk. Leer hem/haar vanaf het allereerste moment een stevige houding aan te nemen. Een weerbaarheidstraining voor kinderen kan daarbij helpen; je kind leert sterker in zijn/haar schoenen te staan. Ook kun je de maatschappelijk werker of psycholoog van het schisisteam om ondersteuning vragen.

Klanken en zelfbeeld

Periode: 2-6 jaar

Zelfvertrouwen

Periode: 12-18 jaar
2 dames met schisis

Jij helpt toch ook mee? Word lid van Schisis Nederland

Schisis Nederland geeft betrouwbare informatie over schisis, de behandelingen en zorg rond schisis. Wij komen op voor de belangen van mensen met een schisis en hun ouders.

Ontdek nieuwe ontwikkelingen Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de activiteiten van Schisis Nederland? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Nieuwsbrief