Pierre Robin-sequentie is een aangeboren aandoening die bij ongeveer 1 op de 5.600 pasgeboren kinderen in Nederland voorkomt. Er is bij Robin sequentie sprake van een combinatie van een:
- te kleine onderkaak (“micrognathie”)
- te ver naar achter gelegen tong (“glossoptosis”)
- variërende mate van ademhalings- en voedingsproblematiek.
Het woord “sequentie” (opeenvolging) betekent dat het ene symptoom weer tot het volgende leidt. Bij Robin-sequentie ligt als gevolg van een onderontwikkelde onderkaak de tong te ver naar achteren. Daardoor kan de mond- en keelholte belemmerd worden. Dit leidt tot verschillende gradaties van ademhalings- en voedingsproblematiek.
Kinderen met Pierre Robin-sequentie hebben in de meerderheid van de gevallen (80-100%) een gehemeltespleet.
De Franse arts Pierre Robin beschreef in 1923 voor het eerst deze combinatie van kenmerken.
De medische informatie over Pierre Robin op deze en andere pagina’s over Pierre Robin-sequentie kwam tot stand dankzij dr E.C. Paes, plastisch chirurg, Medisch Universitair Medisch Centrum Utrecht.